11. De boomstronken – De laatste rode beuk
Hier liggen drie imposante stronken – de restanten van een rode beuk die vermoedelijk rond 1838 werd geplant, tegelijk met het huis. In die tijd was het gebruikelijk om bij een buitenplaats grote bomen aan te planten als teken van beschaving, schoonheid en tijdloosheid.
Deze beuk groeide uit tot een indrukwekkende verschijning. Hij bood schaduw aan zomergasten, rust aan vogels, beschutting aan het huis. Zijn takken kenden generaties.
Maar ook reuzen kennen hun einde. Vijf jaar geleden stierf deze oude boom. We besloten drie delen van de stam te laten liggen: als natuurlijk monument, als zitplek en als **bron van nieuw leven**. Insecten, mossen en schimmels vinden er nu hun plek.
De beuk staat niet meer rechtop, maar leeft op een andere manier voort — in de kringloop van de tuin, als stille getuige van tijd en transformatie.
Wat kun je doen rond de oude beuk?
* Observeren en noteren welke insecten, schimmels en mossen zich vestigen op het hout
* Boomringen tellen en proberen de leeftijd van de boom te achterhalen
* Schoonhouden van de plek: verwijderen van afval, netjes houden van de zitplek
* Beplanting rond de stronken verzorgen, bijvoorbeeld bodembedekkers of schaduwplanten aanleggen
* Tekenen of schilderen van de boomstronken en wat eromheen groeit
* Een rustmoment houden op of rond de stronken: stilte, luisteren, voelen
* Gesprek aan de hand van de boom: “Wat laat jij los?” of “Wat blijft van jou achter?”
.